prarentificatie

Uit: vakblad voor contextueel hulpverlening jaargang 24 nummer 2019

auteur: Albert Duinkerken

De term parentificatie beschreef oorspronkelijk een kunstgreep van een volwassene om van een kind (of volwassene) een functionele  ouder  te maken. Dat wil zeggen: iemand die meer dan bij zijn leeftijd passende verantwoordelijkheid voor een relatie op zich neemt. Als transactionele verschuiving van rolbegrenzing hoeft parentificatie niet noodzakelijkerwijs slecht voor een kind te zijn. Het kan in feite een toepasselijke aanpassing van het kind zijn aan tijdelijke spanningen binnen de familie. In dergelijke situaties kan een jongere zijn voordeel doen doordat hij leert wat het is om een verantwoordelijke rol op zich te nemen.

Vanuit contextueel oogpunt is parentificatie destructief wanneer hulpbronnen en resterend vertrouwen worden uitgeput. Dit gebeurt wanneer volwassenen de aangeboren geneigdheid van hun kinderen tot vertrouwensvolle toewijding manipuleren (Tussen geven en nemen (1994), de verklarende woordenlijst, p. 478).

Bij parentificatie hebben we het beeld van kinderen die ouderlijke taken op zich nemen. Taken die niet leeftijdsadequaat zijn en waarvoor het kind niet gezien, gewaardeerd of erkend wordt door diezelfde ouders. Maar parentificatie heeft verschillende verschijningsvormen. Zorgdragen voor de ouder is voor hulpverleners vaak de meest zichtbare. Aan de hand van dit artikel wil ik uitleggen welke vormen van parentificatie er zijn, welke betekenis ze hebben in de gezinsdynamiek en hoe ze blijkbaar met elkaar samenhangen. Dit ook om de blik van hulpverleners te verbreden. Niet alleen 'zorgende' kinderen zijn geparentificeerd.

De basis van parentificatie ligt in een ouderlijk tekort. Het ouderlijke tekort kan opgevat worden als iets wat binnen de ontwikkeling van de ouder is scheefgegroeid, waardoor de ouder het kind onbewust gebruikt om dit tekort te compenseren. Het tekort kan liggen in de ouder zelf of in de ouderlijke samenwerking. Verderop in dit artikel zal dit uitgelegd en geïllustreerd worden aan de hand van korte casusbeschrijvingen.

Er zijn binnen het begrip parentificatie zoals Krasner en Nagy dat definiëren vier verschijningsvormen op te merken. Ze beschrijven deze verschijningsvormen en ik zal ze aan de hand van voorbeelden illustreren.

Het zorgende kind

Het zorgende kind is de meest bekende vorm van parentificatie, door hulpverleners

algemeen gebruikt als kapstok om het begrip aan op te hangen. In deze vorm gaat het kind voor zijn ouder zorgen. Letterlijk meestal. Waarbij het taken en verantwoordelijkheden krijgt die niet bij zijn leeftijdsfase horen en waarin het het kind onmogelijk gemaakt wordt om onbezorgd kind te kunnen zijn. Het betreft hier ouders die ook daadwerkelijk zorg nodig hebben.

De moeder van Chantal heeft een ernstig auto-ongeluk gekregen toen Chantal acht jaar oud was. Hierdoor kon moeder niet goed meer lopen en door de hersenbeschadiging was ze ook een andere persoonlijkheid geworden. Chantal kreeg allerlei taken in de huishouding. Ze leerde koken, deed boodschappen en ondersteunde moeder waar ze maar kon, want haar moeder had hulp nodig. Vader verliet het gezin na een jaar omdat hij zijn partner kwijt was, Chantal bleef bij moeder.

Het kind dat kind moet blijven

Het kind dat kind moet blijven zodat de ouder zich ouder kan blijven voelen. Het zelfgevoel van deze ouder is vaak zo laag dat het alleen opgekrikt kan worden door

een kind waarvoor je blijvend kunt zorgen, wat de ouder als het ware van een blijvende rol voorziet. De ouder ontleent aan deze rol eigenwaarde.

Alexander is een 35-jarige junk. Hij is ongetrouwd, heeft veel schulden, verliest regelmatig zijn onderkomen en gaat dan weer bij moeder wonen. Zijn moeder is een 70-jarige vrouw die uitgeput is van haar taak maar mij bezweert dat als ze Alexander niet helpt, hij in de goot terecht komt en dood zal gaan. Dus gaat ze wekelijks langs bij dealers en koopt zijn middelen. Ze biedt hem onderdak als hij dat nodig heeft. Ze lost zijn schulden af als hij die weer gemaakt heeft. En ze moppert op hem dat hij nou eens volwassen moet worden, dat hij zich als een kind gedraagt.

We zien hier twee tegenhangers, een positief en een negatief. Beide kinderen zorgen voor hun ouder, de een door alle verantwoordelijkheden op zich te nemen, de ander door alle verantwoordelijkheden uit handen te geven. Als er meer kinderen in het gezin zijn, is het interessant om te zien welke positie zij in een dergelijk gezin krijgen. Vaak is het ook een geparentificcerdc positie, maar een andere.

Chantal had een broer Robert. Robert was jonger dan Chantal en zorgde voor veel moeilijkheden. Eigenlijk deed hij een appèl op moeder om voor hem te zorgen maar dat lukte niet. Chantal nam niet alleen de zorg voor moeder op zich maar ook voor haar broer Robert. En in zekere zin bleef Robert altijd het kleine broertje dat zorg nodig had. Hij probeerde zijn moeder te activeren in haar moederrol maar versterkte (onbedoeld) de rol van zijn zorgende zus.

In het gezin van Alexander kun je verschillende dingen verwachten als er nog een broer of zus is. Een mogelijkheid is een concurrent, een kind dat ook veel zorg vraagt en de ouderlijke zorgrol verder probeert te versterken.

Broer Klaas is net zo verslaafd als Alexander. Hij doet daardoor ook een groot beroep op moeder, die net zo veel voor Klaas doet als voor Alexander, Broer Simon helpt moeder. Hij zorgt ervoor dat moeder de toeslagen krijgt die

ze nodig heeft. Hij bezweert moeder om haar geld niet aan de junks uit te geven. Hij gaat met haar naar het ziekenhuis als dat nodig is. Kortom hij neemt de tegenovergestelde positie in van zijn broers.

De zondebok

De ouderlijke agressie die onderdrukt is, komt er via de zondebok uit. Althans, dat is de theorie. Het kind helpt de ouder om diens woede te kanaliseren door die woede op hem te richten. Een zondebok doet dingen die voor het gezin, de ouders, ontwrichtend zijn en krijgt daar ook steeds de schuld van. De zondebok draagt een zware last omdat hij voelt dat hij buitengesloten wordt.

Petra ziet dat haar ouders ongelukkig zijn met elkaar. Ze weet dat al vanaf haar jeugd. Ze voelt de spanning thuis en is vaak bang dat er klappen zullen vallen. Buitenshuis gaat Petra met de verkeerde vrienden om. Vrienden die ervoor zorgen dat ze in de criminaliteit en in de prostitutie terecht komt. Steeds vaker verschijnt de politie aan de deur. De ouders schamen zich en zijn erg kwaad op Petra. Ze laten haar weten dat ze thuis onwelkom is. Hun kwaadheid op Petra verbindt hen.

Het ideale kind

Het ideale kind verwezenlijkt de dromen van de ouder. Het zet prestaties neer die de ouder had willen neerzetten. Vader was goed in voetbal, het kind wordt gedreven om een nog betere voetballer te worden dan de vader. Moeder wilde graag studeren maar mocht niet van haar ouders. Ze doet er alles voor om ervoor te zorgen dat haar

kinderen dat wel kunnen, ongeacht of dat bij ze past en of dat hun behoefte is. Het ideale kind staat niet meer stil bij zijn eigen wensen maar probeert vooral de idealen van de ouder te vervullen in de hoop gezien en gewaardeerd te worden.

Ook hier zien we twee tegenhangers. Veroorzakers van problemen en veroorzakers van trots. Tegenhangers die meestal niet los in gezinnen voorkomen. Als er in een gezin een zondebok is en er zijn meer kinderen, kun je er bijna vergif op innemen dat er ook een ideaal kind is. Een uitvergroot positief van het negatief.

Bij het gezin van Petra is Hans het ideale kind.

Hans heeft nooit voor moeilijkheden gezorgd. Hij ging naar school, haalde hoge cijfers, zat op zijn kamer en studeerde. Hij bemoeide zich niet met het gezin, niet met zijn ouders, niet met zijn zus. Hij haalde tienen en ging studeren. Onze dochter Petra deugt niet maar onze zoon Hans, daar zijn we heel trots op want die heeft carrière gemaakt.

Het geheel van deze vier vormen zijn heel goed in een diagram te vangen, waarbij op de horizontale lijn links het ideale kind staat en rechts de zondebok. Op de verticale lijn staat bovenaan het kind dat kind moet blijven en onderaan het zorgende kind.

Het voordeel van het diagram is dat je een soort positie kunt laten bepalen: waar sta ik? Dat kan op de lijn zijn maar dat kan ook in een veld tussen de verschillende lijnen zijn. Je kan van positie switchen tussen kind dat kind moet blijven en zondebok. En zo zijn er in elk veld mogelijkheden te bedenken.

 Het maakt van een statisch begrip iets dynamisch en in plaats van een beschrijving van een individuele situatie, een interactionele situatie binnen de gezinsdynamiek. Je zou kunnen zeggen dat je op het middelpunt van het diagram niet geparentificeerd bent, maar hoe verder je op een van de assen komt, hoe ernstiger de parentificatie is. Het zou een goed werkmodel kunnen zijn om parentificatie meer te begrijpen in zijn verschillende verschijningsvormen en om de verschillende vormen van parentificatie te zien als een fenomeen dat samenhang kent.